Dag 1: zondag 14 april 2019
Zo, de eerste dag van de Rhônereis zit erop. Het was vandaag meer reis dan Rhône, want na 1150 km. rijden zijn we (collega Edwin uit Utrecht en ik) aangekomen in Châteauneuf-du-Pape, waar we even naar de beroemde Pauselijke ruïne zijn gelopen en waar we na het traditionele “nous sommes arrivés”-biertje een hapje hebben gegeten bij restaurant Mule du Pape aan het Renaissanceplein. Morgenochtend de eerste afspraak om 09.00 uur bij Domaine Santa Duc in Gigondas.
Dag 2: maandag 15 april 2019
De Rhône, wat een heerlijk wijngebied!
Het gebied is grofweg in tweeën te splitsen: de Côtes du Rhône Septentrionales en de Côtes du Rhône Méridionales, oftewel: het noordelijk en het zuidelijk gedeelte.
Onze collega’s hebben zich deze trip ook in het noordelijke deel begeven, maar wij hebben een aantal boeren in het zuiden bezocht, in dorpen met voor vele Nederlanders bekende namen als Gigondas en Châteauneuf-du-Pape.
Domaine Santa Duc, Gigondas
Maandag 15 april 2019 begon de dag met een bezoek aan het dorpje Gigondas, waar we om 09.00 uur het terrein opreden van Santa Duc, een domein, dat zijn naam ontleent aan het krijsen (zingen: cantate) van een enorme uil (een soort oehoe, die ter plekke Duca genoemd werd) en de boel behoorlijk domineerde.
Yves Gras ontving ons hartelijk in zijn kantoor dat sinds een jaar of zeven gevestigd is in een soort glazen toren, waarvan het dak elektrisch geopend kan worden en van waar je een fantastisch uitzicht hebt over de 30 ha. wijngaard die het bedrijf rijk is. 360 graden view naar alle omliggende dorpen op een zonovergoten maandagmorgen: het kan slechter.
Ook hun wijnen zijn zeer de moeite waard: een brandschone kelder, waar bio-dynamisch wordt gewerkt. Sinds 2016 zwaait zoon Benjamin de scepter over het bedrijf en maakt vrijwel alle wijnen. De stijl lijkt ook iets moderner te zijn dan vroeger, met meer accent op het fruit.
Zoals in vrijwel alle zuidelijke Rhônewijnen is de Grenache de dominante druivensoort, vaak aangevuld met Syrah en Mourvèdre, en soms met wat onbekendere druiven als Cinsault en Counoise.
Behalve een Vin de Pays maken ze bij Santa Duc wijnen in zowel Gigondas als Châteauneuf. Dat die in stijl zoveel van elkaar verschillen komt voornamelijk door de verschillende soorten bodems waarop de wijnstokken groeien. Een zand- en kleibodem geeft een ander eindresultaat dan wijnen die voortkomen van een bodem met voornamelijk kalk en grote kiezels. Ook de ligging t.o.v. de zon is van belang. Deze combinatie van factoren wordt ook wel “terroir” genoemd en bepaalt dus voor een groot deel wat voor soort wijn er uiteindelijk gemaakt kan worden.
De wijnen zijn over het algemeen van een onberispelijke kwaliteit, zowel de “gewone” Rhônes, als de top-cuvées uit de eerder genoemde gemeentes.
Leidraad is dat de wijnen een zachte tanninestructuur bezitten, die dus al op jeugdige leeftijd zeer genietbaar is. Sulfiet wordt in minimale hoeveelheden toegevoegd en bewaarpotentieel wordt gewaarborgd doordat voldoende zachte tannines aanwezig zijn om de wijnen mooi te laten ouderen. Voor de liefhebbers van pittige, maar toch ook elegante Rhône-wijnen is dit domein het ontdekken meer dan waard.
Domaine Juliette Avril, Chateauneuf du Pape
Op naar de volgende boer, Juliette Avril, een domein vernoemd naar de grootmoeder van de huidige eigenaar. Een wereld van verschil met de eerder beschreven wijnen van Santa Duc.
Hier een bescheiden wijnboer, die alles in het werk stelt om zijn wijnen een mooie balans mee te geven, zodat ze al een paar jaar na botteling uitermate aangenaam zijn. Hier dus geen krachtpatsers, maar elegantie als sleutelwoord. Dit betekent dat zijn Châteauneufs enorm veel fruit bevatten. Dit wordt nog geaccentueerd door het feit dat met houtrijping zeer behoedzaam wordt omgegaan. Om de wijnen toch de nodige ruggengraat te geven, worden de trossen voor de inweking (de periode waarin de druiven hun kleur afgeven aan het sap) niet allemaal helemaal ontsteeld. Deze steeltjes geven, door de uitermate voorzichtige behandeling, net dat beetje extra tannine af dat de druiven nodig zullen hebben om tot een zekere gevorderde leeftijd nog mooi door te kunnen rijpen. Voor de witte moet men denken aan een jaar of acht, voor de rode is dat al gauw het dubbele.
Even technisch: de witte Châteauneuf-du-Pape bestaat voor 45% uit Grenache Blanc, aangevuld met Roussanne, Bourboulenc en Clairette. De laatste druif zorgt met name voor de goede en uitgebalanceerde zuurgraad in de wijn.
Ook de rode is een assemblage van verschillende druivensoorten en hoewel in deze appellatie 13 soorten zijn toegestaan, gebruikt wijnmaker en eigenaar Stephan Brun in de meeste jaargangen slechts 3 soorten, namelijk Grenache, Syrah en een klein beetje Mourvedre. Deze laatste druivensoort heeft veel water en zon nodig en het klinkt misschien vreemd, maar in het zuidelijk deel van de appellatie is de bodem net iets watervasthoudender dan in het noorden, dus daar gedijt deze druif optimaal.
Wie van niet al te zware, maar wel sappige en lichtkruidige wijnen houdt, moet dit domein zeker eens proberen. Ook de vakpers is razend enthousiast. Kort achter elkaar ontving Stephan Brun twee zeer hoge noteringen, in dit geval voor de witte Cht.9, en naar onze mening: volledig terecht!
Ook zijn eenvoudiger Rhônes vertonen de gelijkenis met bovengenoemde wijnen: veel fraicheur, een zekere souplesse en een afwezigheid van harde tannines. De wijnen liggen dan ook wat langer te rijpen alvorens ze gebotteld worden, zodat ook hier het fruit de bovenliggende partij is.
Domaine Vieux Télégraphe, Chateauneuf du Pape
in Bedarrides (een klein dorpje net buiten Châteauneuf)
Naar dit bezoek hebben we uitgekeken. Zo’n topdomein in je portfolio hebben is iets om trots op te zijn. Laten we beginnen om eerlijk te zijn: dit zijn geen goedkope wijnen en het zijn ook geen allemansvrienden. Dit zijn wijnen voor de “gevorderde” wijndrinker.
Wat een gevorderde wijndrinker is? Iemand die de moeite wil nemen om de wijn te ontdekken, te leren kennen. Die de complexiteit van smaken weet te waarderen en de wijn niet bij de eerste slok afdoet als: zurig of stroef. Die respect op kan brengen voor de wijnmaker, die zijn uiterste best doet om elke jaargang optimaal tot zijn recht te laten komen door te spelen met de druivensoorten, de houtlagering en de zuren en tannines die de basis moeten vormen voor het latere resultaat. Het latere resultaat? Ja, want deze wijnen zijn als Vintage Port. Je kan ze heel jong drinken en dan geniet je van het levendige fruit, de opwekkende zuurgraad en de ronde, maar nog niet geheel rijpe tannines. Daarna moet je er een aantal jaren afblijven. Grofweg tussen het 3een het 7ejaar na de oogst zijn de wijnen niet op hun best. Zeker goed, maar niet op hun best. Daarna zijn alle componenten van de wijn zo mooi met elkaar in evenwicht, dat het een waar feestje is om een dergelijke wijn te ontkurken. Wat is hiervan het geheim? Dat niet de tannines de leidraad vormen voor het rijpingspotentieel, maar de zuurgraad. Tannines ontwikkelen zich in de loop der jaren zuren niet. Die blijven, maar doordat de rest van de wijn zich wel ontwikkelt, vormen ze een steeds mooier geheel in het eindresultaat. Fiefe, levendige wijnen zijn de beloning voor wie durft te wachten, elegante wijnen met body en kruiden, maar altijd rank en ragfijn.
Dit komt mede door de voorzichtige omgang met houtlagering. De witte krijgt dan nog 15% nieuw eiken mee om in te rijpen, de rode moet het doen met grote fouders die al gemiddeld een paar jaar oud zijn. De wijnen van één enkele jaargang rijpen dan ook op verschillende fusten van verschillende leeftijd, te vergelijken met het solera-systeem bij sherry.
Een andere oorzaak van de elegantie van de wijnen is de relatief korte inweking (schilcontact). Waar dat bij anderen vaak op kan lopen tot 4 weken, is dat bij Vieux Télégraph de helft, wat de wijnen dus ook weer slanker en eleganter maakt.
En de kwaliteit? Overrompelend! In de witte een mineralige ondertoon die het fruit opstuwt naar grote hoogten, en dat met een enorme lengte achteraf. Een keer iets anders proberen dan een top-Bourgogne? Overweeg dit maar eens. Heel anders, dat wel, maar zeker zo verrassend en uitdagend.
De rode is een sterk naar rood fruit geurend glas, een beleving die zeker terugkomt in de smaak. Rijpe tannines vullen de mondholte en een bescheiden pepertje, dat zeker niet de boventoon voert, geeft de wijn de nodige ondersteuning.
Al met al een geweldig goed domein dat we moeten koesteren.
Dag 3: 17 april 2019
Domaine Raspail Ay, Gigondas
Behalve het feit dat het enorm leuk en leerzaam is om periodiek bij een aantal van onze wijnboeren “in de keuken” te kijken, is het ook altijd erg leuk om even te sparren met collega’s. 4 dagen op stap met Edwin uit Utrecht is echt een uitermate plezierige bezigheid en onderweg leer je elkaar ook weer eens wat beter kennen en daar steek je altijd wel iets van op.
Gisteravond met het andere team gezamenlijk een hapje gegeten in het hotel en ook dan kom je tot interessante gesprekken.
Maar vandaag, dinsdag 16 april, weer om 07.00 uur uit de veren, omdat de eerste afspraak in Gigondas al om 09.00 uur gepland stond en het toch een kleine drie kwartier rijden is vanaf ons sfeervolle hotel La Ferme.
Domaine Raspail-Ay stond als eerste op ons programma, een mooi begin omdat we weten dat deze wijnmaker slechts 1 wijn maakt en dat is zijn overigens heel mooie Gigondas.
Waar andere boeren je proberen te overtuigen om vooral toch ook hun andere wijnen op te nemen in ons assortiment, kent deze wijnboer zijn beperkingen en doet waar hij goed in is: het assembleren van zijn druiven tot een prachtige cuvée.
Eigenlijk waren we voorbereid op de ietwat norse eigenaar, Dominique, maar nu kwam zijn zoon Christophe ons hartelijk welkom heten. Sinds 2011 maakt hij de wijnen en is in charge van het domein. De setting was niet veranderd: op de proeftafel stonden 3 flessen, een halfje, een gewone fles en een magnum, allen uit 2016. Is trouwens niet helemaal waar, want hij had ook twee zogenaamde Brut-monsters meegenomen. Dit zijn wijnen die nog op fust liggen te rijpen en dus nog niet gebotteld zijn. Vaak zit er nog een prikkeltje in deze wijnen en is de geur nog niet helemaal op orde, maar je kan wel de potentie van het betreffende jaar proeven. In dit geval leek de 2018 zich wat opener en toegankelijker te presenteren dan de wat krachtiger 2017, maar het blijft, zelfs voor de wijnmaker zelf, moeilijk proeven.
De 2016 was gemaakt in een warm jaar en had dientengevolge veel power, maar ook heel veel mooi rood fruit in de smaak. De tannines waren zacht, maar wel duidelijk aanwezig (gelukkig).
Op onze vraag of hij nu, in tegenstelling van zijn vader, ook een hogere cuvée ging maken, was zijn stellige antwoord: nee! Hij vond het geen goed idee om zijn beste druiven voor een topwijn te gebruiken, omdat dat uiteindelijk toch ten koste ging van zijn “gewone” wijn en dat wilde hij koste wat kost voorkomen. Een zeer te respecteren mening.
Een blik in de vatenkelder leerde ons dat hier een ondanks zijn leeftijd toch wat ouderwetse wijnboer aan het werk was. Weinig nieuw materiaal en de gezelligheid van een wijnkelder, zoals vele landgenoten die graag tegenkomen op hun wijnreizen: beetje rommelig, met fusten en tanks en hier en daar wat losliggend gereedschap. Maar dat weerhoudt Christophe er niet van om topkwaliteit wijnen te maken, die we niet graag zouden missen in ons assortiment.
Domaine Grapillon d'Or, Gigondas
Vanaf Raspail-Ay is het letterlijk 1 minuut lopen naar onze volgende afspraak: Grapillon d’Or, de achterbuurman. Hier wacht Céline Chauvet ons op en zij zwaait al 20 jaar de scepter over dit domein en maakt de wijnen “all by herself”. Doet veel met buitenlandse afnemers, maar schaart ons, als vertegenwoordiger van de Nederlandse markt, samen met Denemarken als de beste partners. Zo, dat compliment is vast binnen. Natuurlijk zijn ook hun wijnen geen echte hardlopers binnen het assortiment van Bloem, maar ook wij hebben de ervaring dat de wijnen van dit domein bij de liefhebbers heel goed in de smaak vallen en dus verkopen wij ze met veel plezier. Dat komt niet in de laatste plaats omdat Céline ervoor kiest om heel zorgvuldig en bescheiden met houtrijping om te gaan. Vergisting gebeurt sowieso al niet op eiken, want daarvoor kiest zij beton. Waarom beton i.p.v. inox? was de vraag. Omdat beton beter in staat is om de temperatuur te geleiden, waardoor een shock door het RVS de wijn bespaard blijft. Mooi, dan weten we dat ook weer.
Het klinkt paradoxaal, maar waar de standaard cuvée, de Classique, nog voor de helft op oude fouders rijpt (de andere helft dus in de tank), krijgt de hogere cuvée, de Excellence, helemaal geen houtlagering. De tannines komen uit een langzame inweking van de druiven (dit is de tijd dat de schilletjes in contact blijven met het sap) en door de druiven niet overrijp te plukken, behoudt de wijn ook zijn aangename zuurgraad, waardoor hij, ook na jaren rijping, nooit log zal smaken, maar een enorme vitaliteit uitstraalt. De concentratie in deze wijn vloeit voort uit het feit dat hij gemaakt wordt van soms wel 100 jaar oude wijnstokken. Overigens wordt deze top-cuvée niet elk jaar gemaakt (2018 bijv. niet omdat de oogst ongeveer gehalveerd is t.o.v. de normale productie). Meeldauw (een aantasting van de druiven) is hier de hoofdoorzaak van. We hoorden bij vrijwel elke boer dat dit zeer problematisch was in 2018 en de oogsten beperkte met 30 tot soms zelfs 100% van het langjarig gemiddelde. Een catastrofe voor de wijnboer!
Vermeldenswaard is nog dat waar andere wijnmakers veel gebruik maken van Mourvedre in de assemblage (blend), ze bij Grapillon d’Or uitsluitend werken met Grenache en Syrah, de laatste tot wel 40% van het totaal. Veel hoger zal dat niet worden, want de uiteindelijke assemblage moet wettelijk ten minste voor 50% uit Grenache bestaan.
Dat er op dit domein ook nog een Vacqueyras en zelfs een rosé gemaakt wordt, was interessant om te proeven, maar deze wijnen voegen weinig toe aan ons portfolio, wat de beide Gigondassen beslist wèl doen, dus die blijven we, ook in de toekomst, met plezier in onze schappen leggen.
Domaine de Beaurenard, Chateauneuf du Pape
Wijnboeren zijn een druk volkje, en dat merkten we al toen we een afspraak wilden maken met Frederic Coulon van Beaurenard. Moeilijk, moeilijk, weinig tijd, maar uiteindelijk waren we dinsdag 16 april van harte welkom om weer eens even bij te praten en de nieuwe oogst te proeven. De altijd enthousiaste Frederic stond ons al op te wachten en nam ons mee naar de kelder, waar ze net bezig waren de fusten van binnen te reinigen met stoom.
Er zullen wel een aantal vaten leeg blijven, want ook hier had men erg veel last gehad van meeldauw, en van ontzettend veel regen, wat de oogst tot wel 50% gereduceerd had (wij zien een prijsverhoging dus al aankomen, vrees ik).
In de kelders hangen schema’s waar de dagelijkse weersomstandigheden op aangetekend worden als ook de hoeveelheid neerslag. Alles wordt minutieus bijgehouden en opgeslagen, om van de natuur te kunnen blijven leren.
Het is ook best een flink domein, met 32 ha. in Châteauneuf, 25 in Rasteau en nog eens 6 voor “gewone” Rhône.
Met die laatste begon het proeven: de 2018 was al gebotteld en smaakte fris met een aangenaam zuurtje, geaccentueerd door de afwezigheid van houtrijping. Bij veel mensen leeft nog het idee dat echt goede wijn altijd op mooie eiken vaten ligt te rijpen, maar niets is minder waar. Veel boeren, zoals ook hier, gaan heel omzichtig om met het gebruik van eiken. Enige terughoudendheid is ook wel logisch als je bedenkt dat je al gauw zo’n
€ 1200,00 kwijt bent voor een nieuw vat en dan heb je het nog niet eens over een hele grote.
Maar laten we niet te enthousiast zijn over deze wijn, want ook hier is aanzienlijk minder van geoogst, dus het zou weleens schaars kunnen worden dit jaar.
De natuur als leidraad voor het wijn maken, dat is ook bij Beaurenard de filosofie. Dan valt al gauw het woord biodynamisch, wat op het eerste gezicht een wat wollige term lijkt, maar bij nadere beschouwing best heel interessant is. Op deze manier wordt hier al sinds 2012 gewerkt en dat werpt zijn vruchten af. Wij proefden verschillende wijnen, waaronder de Rasteau en de verschillende Châteauneufs en alle wijnen hebben een soort van natuurlijke zuiverheid, die je lang niet bij alle producenten terug vindt.
Grappig om te vermelden is dat hun topwijn, de Boisrenard, van percelen komt, waar alle 13 druivensoorten die volgens de wet zijn toegestaan in de Châteuneuf, ook daadwerkelijk gebruikt worden, en dat mag echt bijzonder genoemd worden. Ze staan allemaal op één plot (wijngaard) waarvan sommige stokken al meer dan 100 jaar oud zijn. En het vreemde is, dat alle druiven tegelijk geoogst worden en ook tegelijkertijd rijp zijn om geplukt te worden, terwijl ze onder andere omstandigheden ieder hun eigen oogsttijd hebben (sommigen vroeg, anderen worden laat geplukt). Als je deze wijn jong proeft, zoals wij nu de 2017 te proeven kregen, dan is proeven eigenlijk al genoeg. De complexiteit van deze wijn is zo groot, dat een enkel slokje heel lang blijft hangen en een onuitwisbare indruk achterlaat. Om echt te drinken is deze wijn nog veel te jong; hij heeft zeker een jaar of zeven, acht nodig om volledig tot zijn recht te komen.
Dus Beaurenard-liefhebbers: voor elk wat wils. De gewone Rhône om nu te drinken en aan de andere kant van het spectrum de Boisrenard voor de lange termijn, en alles ertussenin. Kortom, een wijnhuis om in de gaten te houden.
Saint Damien (en Saint Vincent), Gigondas
Ons laatste bezoek die dag betrof Saint Damien, gevestigd in Gigondas. De naam is afgeleid van een beschermheilige voor artsen uit de derde eeuw. Te zijner ere was er in Beaumette, net buiten Gigondas, een kapelletje. De voorgangers van de familie Saurel, die inmiddels al 4 generaties de scepter zwaait over dit topdomein, hebben de naam van deze martelaar gekozen voor hun wijnen.
Wat opvalt bij binnenkomst zijn twee dingen: ten eerste treed je geen heiligdom binnen met een hoop pracht en praal, maar een echt boerenbedrijf, waar verdraaid hard gewerkt wordt zonder al teveel poespas. De proefruimte is dan ook geen fancy lokaal, maar een robuuste plank op twee tonnen, in een hoekje van de kelder. Het tweede opvallende is dat er een beeldje staat van Saint Vincent, en niet van Saint Damien. Ditzelfde beeldje zijn we al heel vaak tegengekomen in Franse kelders en het blijkt dat in de loop der eeuwen deze heilige de schutspatroon voor wijnbouwers is geworden, om de simpele reden dat hij als enige van alle heiligen het woord “Vin” in zijn naam heeft.
Maar nu terug naar de wijn, want daarvoor zijn we uiteindelijk gekomen. Vorige keer stonden vader en moeder Saurel ons nog te woord; dit keer werden we hartelijk ontvangen door zoon Romain, die al sinds 2011 actief is in het bedrijf en het nu echt aan het overnemen is. Maar de filosofie blijft hetzelfde: zo laat mogelijk oogsten (rijpe druiven) en de opbrengsten beperkt houden (voor een betere kwaliteit). Dat laatste is in 2018 helaas al zonder menselijk ingrijpen gelukt, want op sommige percelen is de oogst met wel 60% gereduceerd t.o.v. andere jaren. Ook hier was meeldauw de boosdoener. Dit is een schimmel die gele en bruine vlekken op het blad te zien geeft en op de druiven een soort van grijs-achtige afzetting vormt, die de vruchten uiteindelijk laat verschrompelen. (Een variant is de valse meeldauw, die dezelfde kenmerken vertoont, maar vooral op afgevallen blad overwintert). Maar van de druiven die niet aangetast zijn, hebben, zoals we van dit domein gewend zijn, geweldige wijnen opgeleverd.
Eerder werd al genoemd dat er wat later geoogst wordt bij St. Damien, maar dat betekent wel dat de druiven dan snel binnengehaald moeten worden. Dit heeft tot de keuze geleid om veelal machinaal te oogsten, maar wel met de meest moderne machines, die tegenwoordig ook de rijpheid van de druiven kunnen meten en dus enigszins selectief te werk gaan (geavanceerde techniek, waarbij vibratie en kleur van het fruit bepalend is). Met een bezit van in totaal 45 ha. is handmatig plukken sowieso al bijna niet te doen.
We kregen weer mooie dingen te proeven, waarvan sommigen niet eens heel duur zijn. Neem nou “Le Dix de St.Damien”, een spannende wijn van tamelijk onbekende druiven als Caneloc en Marselan. De wijn heeft 10 in zijn naam, omdat hij voor het eerst in 2010 geproduceerd is, hij rijpt in tank 10 en er worden maar 10.000 flessen van gemaakt. ’t Is maar dat u het weet.
Via de “gewone” Rhône Le Bouveau (wow, wat een lekker glas), via de Plan de Dieu (als je niet beter wist zou je denken dat dit ook een variant is van de verwijzing naar het heilige, maar dit is al sinds 2005 een officiële benaming voor deze Côtes-du-Rhône-Villages), op naar de Gigondas.
Deze flessen hebben allemaal de naam van het dorp in de fles gegraveerd (zoals de Chateauneufs de bekende twee sleutels hebben). We hoorden dat deze flessen wel € 0,40 per stuk kosten en de beste kurken hebben datzelfde prijskaartje; best duur.
Hier eindigt het bezoek aan de Rhone in april 2019. Op weg naar huis maken we nog een tussenstop bij Domaine Saumaize Michelin in het plaatsje Vergisson in de Bourgogne. Verslag hiervan in een apart blog.
Michel van Tooren
Wijnkoperij Henri Bloem Arnhem
april 2019