Het is alweer even geleden dat ik jongeren dagelijks hoorde zeggen: ‘wat een kek mobieltje’, of ‘wat een kekke jas!’ Kek is een Gentse uitspraak voor: lollig, leuk, mooie e.d. en was een tijdje geleden een modewoord onder Nederlandse jongeren.
Sinds vorige week maandag weet ik dat ‘Kek’ in het Hongaars ‘Blauw’ betekent.
En wel het blauw van de blauwe druif welke gebruikt worden voor het maken van rode wijn!
Hongarije is een land wat al erg lang wijn produceert. Hongaarse wijnen zien we langzamerhand steeds vaker terug op wijnkaarten, in wijnwinkels en tijdens wijnlessen. Zo ging er ook een deel van de les over Hongarije op de Wijnacademie.
Hongarije kent wel 98 soorten druivenrassen waarvan twee derde wit en één derde blauw (kek!). Hongarije onderscheid zich door de vele inheemse rassen met een heel eigen karakter. In Nederland zien we tegenwoordig wel eens de witte Furmint en de blauwe Kekfrankos voorbijkomen.
Kekfrankos is hetzelfde ras als de in Oostenrijk genaamde Blaufränkisch en de in Duitsland genaamde Blauer Lemberger. Alweer blauw!
En wat vind ik die Blaufränkisch toch een kekke wijn! Echt een ontdekking en de moeite waard op te proeven: De robijnrode kleur schittert uit uw glas. U proeft rijpe kersen en bessen. Expressief maar niet te zwaar en zonder teveel tannines. Als de wijn op eikenhout gerijpt heeft kan hij jaren worden bewaard en zal hij alleen nog maar zachter en ronder worden.