Dinsdag 30 april is het zover: dan vindt de troonswisseling plaats en is Willem-Alexander onze Koning.
Uiteraard reden voor een flesje Konings- of beter nog: Kroningswijn.

Je kunt geen wijnwinkel etalage voorbij lopen of je ziet wel een zogenaamde ‘koningswijn’. Een oranje fles, een oranje etiket of oranjewijn…ik weet niet wat ze nu weer allemaal in het hoofd halen als verkoopstrategie. In elk geval trekt het mij niet aan. Het gaat mij om de inhoud van een fles. En het verhaal achter een wijn. Geen gemaakt verhaal, maar een verhaal uit de geschiedenis, over dé Koning onder de wijnen:

Deze geschiedenis gaat over het wijngebied Barolo en het speciale karakter van de nebbiolo, het druivenras waar de ‘Wijn der Koningen’ van gemaakt wordt. De ‘Koningswijn’ wordt sinds de 18de eeuw genuttigd door de vorsten in Piemonte. Toendertijd was het nog een wijn die vaak zoet of mousserend werd gedronken. Medio 19e eeuw kwam de graaf van Cavour (rechterhand van de koning) op het idee de Barolostijl drastisch te veranderen. Als francofiel wenste hij een wijn naar het model van de grote Bordeaux: zonder mousse of restsuiker, intens van smaak en lang houdbaar. Een Franse oenoloog introduceerde de vinificatie, lange maceratie en houtlagering waarmee de basis gelegd werd voor de Barolo zoals we die nu kennen.

Niet geheel rijpe nebbiolo bleek een dunne smaak en harde tannines te geven. En zelfs op de zongelegen hellingen van de Barolostreek wordt nebbiolo maar heel zelden echt rijp. Maar de ‘Wijn der Koningen’ ondrinkbaar noemen was natuurlijk not done. 'Gewoon nog wat langer bewaren', was het standaardadvies. Helaas bleken aroma en smaak van de wijn meestal overleden tegen de tijd dat de tannines lekker werden.

De inmiddels wereldberoemde wijnmaker Angelo Gaja introduceerde modernere wijngaard- en keldertechnieken. Gaja is een zogenoemde modernist. Hierdoor ontstond er onderscheid tussen de 'tradizionalisti' en 'modernisti' onder de wijnproducenten. De modernisten hadden het meest succes, met een toegankelijker Barolotype als resultaat.

Sinds 1997 zien we steeds meer modern gemaakte Barolo’s en kan iedereen genieten van deze  ‘Koningswijn’. Speciaal op de dag van de kroning wil ik hem omdopen tot ‘Kroningswijn’. Een betiteling die de wijn wellicht nog wel beter staat. Een goede Barolo is namelijk de bekroning van uw maaltijd. Dus:
Kook vorstelijk, neem een vorstelijk glas, laat de Barolo zijn zuurstof krijgen en geniet. Proost daarbij niet alleen op onze nieuwe Koning maar ook op het Koninklijk bestaan waarvan u op dat moment getuige bent. Met een glas Barolo waant u zich in koninklijke kringen, u proeft: zwarte bessen, bloemen, aardsheid, truffel, rook, leer, vlezigheid en (bij een modern gemaakte Barolo) zachte maar aanwezige tannines.